Voorzichtig schuif ik het menu onder het grijze kattenlijf vandaan. Ik wil de diep slapende kat niet wakker maken, want ze ligt zo lekker, op mijn lage tafeltje.
En dat mag, want dit is Caturday, het Cat Cafe van Bangkok, waar klanten op bezoek gaan bij katten.
Fietsen door de rijstvelden, vissen met een bamboestengel en slapen in een houten huis op palen. Dat kan in het noorden van Vietnam. Of je nu met je gezin op reis bent, of zonder kinderen reist, ga in deze populaire Aziatische bestemming zeker van de bekende paden af en zoek manieren om in contact te komen met de lokale bevolking.
Fleur en Joep van Reisbijbel (hun reissite met eerlijke reisverhalen) gingen je voor. In dit blog deelt Fleur haar ervaringen over reizen van de gebaande paden en het slapen in een homestay in Vietnam.
In het tweede deel van onze avondwandeling langs nightlights van Bangkok, lopen we twee verlichte kilometers naar ons eindpunt aan de Chao Phraya-rivier.
Thailand zit vol met kleur. Van de oranje, rode en groene daken van de duizenden tempels tot het geel van sappige mango’s en alle varianten blauw van het zeewater.
Die kleuren worden ’s avonds enthousiast aangevuld met kunstlicht: shopping malls, restaurants en tuktuks kleuren met laserprojecties, tl-balken en losse lampen blauw, wit en rood (de kleuren van de Thaise vlag) en roze. Schijnwerpers belichten grote portretten van de koninklijke familie, hangend aan overheidsgebouwen in goudkleurige lijsten.
“In onze Vietnamese foodculture zijn we het meest trots op onze Banh Mi, onze Pho en onze koffie”, vertelt gids Andy. “Jullie gaan ze alle drie leren kennen!”. We wandelen over de vrij smalle straten van het old quarter van Hanoi, de bij Vietnamese en internationale toeristen erg populaire oude wijk. Motorfietsen, toeterend in plaats van remmend, scheuren strak door langs voetgangers en evenmin uitwijkende auto’s.
Kleine restaurantjes, soms van het formaat pijpenla, zitten tussen massageshops, reisbureautjes, winkeltjes met trekkingkleding, zilveren sieraden en toeristensouvenirs, bars en boutique-hotels. Kleine tafeltjes staan binnen, en buiten op de stoep, en soms op straat, met lage plastic stoeltjes en even lage houten bankjes, vol met mensen die gezellig kletsend en lachend genieten van Vietnamees eten en drinken. Dat gaan wij nu ook doen!
Rond de stad Kanchanaburi, zo’n 135 kilometer westelijk van Bangkok, is de natuur schitterend. Overnachten in een drijvend hotel op rustige rivieren tussen bergen vol jungle is heerlijk ontspannen. Het gebied is echter het meest bekend door de Burmaspoorweg en de brug over de Kwai-rivier.