In de Vietnamese hoofdstad Hanoi bezoeken we de voormalige Hòa Lò gevangenis, bij ons vooral bekend omdat Amerikaanse piloten tijdens de Vietnamoorlog daar als krijgsgevangenen vastgehouden werden. Daar blijkt echter nog een aangrijpende geschiedenis aan vooraf te gaan.
We lopen tussen kraampjes vol interessante spullen, van emmers met levende aaltjes, kronkelend in laag water, en hoefijzerkrabben op ijs, tot roze eendeneieren en varkensingewanden. En heel veel rode uitjes en rode pepertjes natuurlijk, want in Thailand is een gerecht niet compleet zonder die twee ingrediënten.
Naar een Thaise markt gaan is altijd fascinerend, of het nou een wijkmarkt is voor de dagelijkse boodschappen, of een drijvende markt, of zoals hier in het stadje Muang Samut Songkram, een uur westelijk rijden van Bangkok, waar de koopwaar deels op treinrails ligt.
Meer dan negentig procent van de Thaise bevolking is Boeddhist. Daarom zal je in elk dorp minstens één Boeddhistische tempel vinden, en in steden al snel tientallen.
Hoofdstad Bangkok heeft honderden wats, zoals tempels in het Thai heten, met de kenmerkende in een golfvorm omlaag lopende rood, oranje en groen gekleurde daken. Omdat iedereen welkom is in de wat, zeggen wij: stap spontaan een Thaise tempel binnen!
Thailands hoofdstad is gigantisch. Gigantisch boeiend, maar ook gigantisch bevolkt, gigantisch druk en gigantisch volgebouwd. Gelukkig heeft de wereldstad ook een paar groene stadsparken, waar we even ontsnappen aan de drukte.
Rond de stad Kanchanaburi, zo’n 135 kilometer westelijk van Bangkok, is de natuur schitterend. Overnachten in een drijvend hotel op rustige rivieren tussen bergen vol jungle is heerlijk ontspannen. Het gebied is echter het meest bekend door de Burmaspoorweg en de brug over de Kwai-rivier.
Het Boeddhisme is een onlosmakelijk onderdeel van het dagelijks leven in Thailand en Laos. In elk dorp en in elke wijk zie je vaak meerdere wats (tempels): als ik een kilometer rechtdoor loop vanaf mijn appartement in Bangkok, kom ik er al drie tegen.