Je wilt wel naar een Thais eiland, maar je gaat liever niet naar die drukke, toeristische stranden. Thailand heeft genoeg kleine, off the beaten track-eilandjes, maar welk eiland kies je? In eerdere blogs vertelden we over Koh Jum en Koh Tan. Nu vertellen we je over een absoluut pareltje in de Andaman Zee. Ga mee naar Koh Kradan, in de zuidelijke provincie Trang.
Koh Kradan, klein paradijs
We verklappen het maar meteen: Koh Kradan is een paradijsje; een eilandje dat maar zo’n vier kilometer bij vijfhonderd meter meet. Zo ongeveer iedere centimeter is prachtig!
Groene heuvels en een uitgestrekte strandstrook is het eerste dat we zien als de speedboot Koh Kradan nadert. Die strook is Paradise Beach, in 2023 benoemd tot mooiste strand ter wereld in een Engels lijstje. We stappen dat brede en vrijwel lege lange strand op, bewonderen het ongelofelijke welkomspanorama van overhangende bomen, helder turquoise water, wit zand en een blauwe lucht - ja, dat cliché is hier echt van toepassing – en wanen ons in een ansichtkaart.
Dat plaatje wordt gecompleteerd door de authentieke houten longtailboot, inclusief kleurrijke doeken om de boegspriet, die op de rand van strand en water rust. Dit is dé plek om die iedereen jaloers- en jou gelukkigmakende ‘ik ben op een paradijseiland in Thailand’-foto te maken!
Nachtzeeleven
Onze bungalow staat onder die overhangende bomen van Paradise Beach, dat ’s avonds sfeervol warm verlicht is door de lampionnen en lampen van de paar resorts van Koh Kradan, die als een lint langs het twee kilometer lange droomstrand liggen. Die verlichting haalt de vloedlijn niet eens, en dat maakt onze avondstrandwandeling extra mooi. Geholpen door sterren en onze zaklampen, ontmoeten we allerlei boeiend nachtelijk zeeleven.
Zilveren visjes springen met een boogje het lage water uit en in, naar onze lichtstralen. Krabbetjes sprinten zigzaggend over nat zand, paarsblauwe en rode heremietkreeften met prachtige grote schelpen als tijdelijk huis scharrelen tussen dorre bladeren bij spookachtige witte bomen die het zand op gevallen zijn.
Zwarte zeekomkommers deinen op de zeebodem tussen rotsen, een vleermuis verlaat zacht piepend zijn slaapboom, terwijl een rifreiger met zijn laatste seafood-maaltje van de dag laag over het water vliegt. We rapen mangrove-zaadpeulen uit het water, die er uit zien als twintig tot dertig centimeter lange sperziebonen. Iets verderop planten we ze in bruinig zand, tussen de kromme wortels van een plukje mangrovestruiken. Af en toe passeren we andere zaklantarens, maar de meest tijd is het stil en rustig op het strand, zoals dat hoort in een paradijs.
Het water in
Bij daglicht is het tijd om de zee in te gaan. We zwemmen eerst bij ons paradijsstrand voor de deur, in ondiep zacht water. Hoewel de speedboten met dagtripbezoekers nu ook aan de korte pier van blauwe plastic drijvers aanmeren en de longtailboten het strand op glijden, is het niet druk op het zand en in de zee.
Het is leuk om te zien dat ook veel Thaise families naar Koh Kradan komen. Op rieten picknickmatten zitten ze gezellig kletsend en etend op het strand. Kindjes spelen enthousiast met emmertjes en schelpjes, jongeren fotograferen zichzelf en elkaar uitgebreid in het prachtig turquoiseblauwe water. Allemaal genieten ze intens van hun mooie eiland.
Met onze snorkelsetjes flipperen we ontspannen vijftien meter van het strand af. Daar, op drie meter diepte, ligt al een rif, vol met leven. Nieuwsgierige sergeant-majoorvisjes dartelen voor onze duikbrillen, sierlijke wimpelvissen in dezelfde kleuren geel, zwart en wit plukken tussen de stenen naar voedsel, grote keizersvissen en kleine scholen doktersvissen zwemmen voorbij, terwijl de lange zwarte stekels van zee-egels heen en weer wiegen in de minimale stroming. Ook onder water is Koh Kradan prachtig!
Boswandeling naar het ideale strand
Om naar de westelijke stranden te komen, lopen we over een breed bospad. Tientallen vlinders en een honingzuigertje vliegen tussen de bomen en struiken. Die laatste, een klein groen, zwart en geel vogeltje met een blauwe borst, verlaat even zijn langwerpige gewoven nestje. Daarin zien we een grijswitzwart gespikkelde jellybean, het eitje van het schuchtere diertje.
Richting het Ao Niang-strand verandert het pad halverwege in een af en toe best moeilijk smal geitenpaadje tussen bomen en stenen. Zwetend koelen we een kwartier later af in zee, met uitzicht op bomen die tot aan het water groeien en zo veel fijne schaduwplekken op het witte zand creëren.
We moeten weer het bos in, want Sunset Beach staat op ons verlanglijstje. En dat is ‘m, ons ideaal: een schitterend komvormig zandstrand, vrijwel verlaten, omzoomd door rotsen, kokospalmbomen, en struiken met witte en paarse bloemen. En de zee: van glashelder tot eindeloos blauw naar de horizon wegvloeiend, met wat goudbruine rotsen. Fantastisch!
Rugzakjes en handdoeken op het witte zand, zonnebrand op en snel naar het water! We zwemmen naar een rotspartij, waarbij we vanaf het strand al veel vissen zagen. Dat worden er nog meer als we met een steen oesterbanken net onder het wateroppervlak open tikken.
Om ons heen kleurt het van mosgroen en zilver tot roze en felgeel door de papegaaivissen, monniksvisjes, koraalvlinders en andere rifvissen die op de makkelijke maaltijd af komen. Ronduit spectaculair zijn de twee jonge zwartpuntrifhaaien die op tien meter afstand voorbijkomen. Helemaal blij drijven we met ons hoofd naar beneden verder. En als we even opkijken, zien we een adembenemend mooi strand van paradijselijk Koh Kradan.
Wil je ook genieten van paradijselijk Koh Kradan?
Thailand off the beaten track; dat is een verblijf op Koh Kradan. Genieten op het strand tussen de locals en zwemmen in kristalhelder water. Je local Hero regelt het graag voor je. Eerst even inspiratie opdoen? Bekijk onze rondreizen Thailand die nog helemaal naar wens aan te passen zijn.
Nu wil je vast ook weten hoe je op Koh Kradan komt. Dat, én wat praktische informatie zoals de beste reistijd, lees je in het blog ‘Hoe kom je op Koh Kadran?’
Mark, een Dutch local in Thailand
Over de schrijver:
Mark woont in Thailand, al heel wat jaren. Nu op het prachtige eiland Koh Samui, nadat hij eerst in Khon Kaen, een grote stad in het landbouwgebied van de Noordoostelijke regio Isaan, en ook in het altijd fascinerende Bangkok gewoond heeft.