De Big Five spotten, dat is de droom van iedere liefhebber van wildlife en ongerepte natuur. In Tanzania ben je op de perfecte plek voor een groots safari-avontuur en kun je alle dieren van de Big Five – leeuw, olifant, buffel, luipaard en neushoorn – met eigen ogen zien.
Turend met je verrekijker over de eindeloze Afrikaanse savanne houd je je adem in. Tot plots de manen van een leeuw of het imposante silhouet van een olifant in je vizier verschijnt. Dít is waar je voor kwam. Maar waar in Tanzania kun je deze magische momenten het best beleven? We nemen je mee naar onze favoriete nationale parken – stuk voor stuk bijzonder en onvergetelijk.
Serengeti national park
De meeste mensen zullen Serengeti noemen als ze aan Tanzania denken. Niet gek, want dit park is het filmdecor van vele natuurdocumentaires. Op de uitgestrekte grasvlaktes grazen antilope, zebra’s en ander game, terwijl de leeuwen in het hoge gras liggen te wachten om toe te slaan. Tijdens een gamedrive heb je in Serengeti kans om de Afrikaanse Big 5 (leeuw, olifant, buffel, luipaard en neushoorn) te spotten.
Het park is ook geroemd vanwege een ander natuurfenomeen: the Great Trek. De ruggen van honderdduizenden gnoes laten het landschap in de zomer grijs kleuren. Met z’n allen staan ze aan de oevers van de kolkende Mara rivier te twijfelen voor hun grote oversteek. In de droge zomermaanden waant het wild zich een weg over de flanken van de Serengeti naar de groene vlaktes van Masai Mara park in Kenia. Een unieke trekking die jaarlijks veel bekijks trekt en als echte natuurliefhebber wil je dit natuurlijk een keer gezien hebben.
Ngorongoro Krater (Ngorongoro Conservation Area)
Geen nationaal park, maar wel een van de meest spectaculaire plekken van Tanzania, is de Ngorongoro Krater. Deze gigantische vulkaankrater, ooit een reusachtige berg die instortte, vormt nu een vruchtbare, afgesloten wereld waarin duizenden dieren leven. Het landschap is bijna surrealistisch: groene grasvlaktes, flonkerende zoutmeren en beboste randen worden omzoomd door de steile kraterrand.
Door de natuurlijke begrenzing blijven veel dieren binnen de krater, wat betekent dat je in één safari hier vaak al leeuwen, olifanten, zebra’s, hyena’s én zwarte neushoorns kunt zien. De kans dat je de volledige Big Five hier tegenkomt is aanzienlijk – iets wat je in Afrika niet op veel plekken kunt zeggen. Alleen giraffen ontbreken opvallend genoeg. Hun lange poten en stijve manier van lopen maken de steile kraterwanden moeilijk begaanbaar, waardoor ze in dit paradijs schitteren door afwezigheid.
Wat de krater extra bijzonder maakt, is dat de Maasai hier nog steeds met hun vee leven, net als hun voorouders dat deden. Zo komen cultuur en natuur ook in Ngorongoro op een unieke manier samen. Rijdend over de bodem van deze oude vulkaan waan je je even in een andere wereld – eentje die je nog lang bijblijft.
Lake Manyara national park
Aan de voet van de Grote Slenk ligt Lake Manyara, een park dat misschien klein is in omvang, maar groots in variatie. Zodra je het park binnenrijdt, word je verwelkomd door dichte bossen en klaterende beekjes, waar bavianen in grote groepen langs de weg scharrelen. Even verderop opent het landschap zich en kijk je uit over het ondiepe sodameer, waar flamingo’s, pelikanen en ooievaars in grote aantallen samenkomen.
Lake Manyara staat bekend om zijn boomklimmende leeuwen, die soms lui over de takken van een acaciaboom hangen, uitkijkend over de savanne. Ook olifanten voelen zich hier thuis en trekken in kleine groepen door het park. Het contrast tussen water, bos en open vlaktes maakt dat je hier op korte tijd een verrassend veelzijdige safari beleeft.
Tarangire national park
Wie houdt van olifanten zit in Tarangire National Park helemaal goed. In het droge seizoen trekken enorme kuddes naar de Tarangire-rivier, op zoek naar water. Soms zie je er wel honderd tegelijk, van jonge kalfjes tot oude stieren, allemaal badend in het stof of drinkend aan de oever. De baobabbomen die verspreid over de savanne staan, maken het landschap extra fotogeniek.
Tarangire is wat minder bekend dan Serengeti of Ngorongoro, maar juist dat maakt het zo aantrekkelijk. Je deelt de paden hier vaak met maar een handvol andere safariwagens, terwijl je toch kans maakt op leeuwen, luipaarden en zelfs cheeta’s. Ook vogelspotters komen hier aan hun trekken: de diversiteit aan vogelsoorten is enorm.
Het park voelt ruiger, ruimer en rustiger dan andere parken op de noordelijke route. Een plek waar je echt even opgaat in het Afrikaanse landschap.
Mkomazi National Park
Voor wie het avontuur buiten de bekende safariroute zoekt, is Mkomazi National Park een goed bewaard geheim. In dit droge, ruige landschap vind je geen massa’s toeristen, maar juist stilte, ruimte en onverwachte ontmoetingen met giraffen, zebra’s, oryxen en kudu’s. Met een beetje geluk zie je zelfs een Afrikaanse wilde hond – een bedreigde diersoort die hier actief beschermd wordt.
Mkomazi grenst aan het beroemde Tsavo West National Park in Kenia en maakt deel uit van een groter ecosysteem. In een apart gedeelte worden zwarte neushoorns beschermd, al is dat gebied niet altijd toegankelijk. Wat wel toegankelijk is, zijn eindeloze vlaktes met doornstruiken, grillige acacia’s en spectaculaire uitzichten op de bergen. Op een heldere dag zie je in de verte de sneeuwtop van de Kilimanjaro glinsteren.
Juist omdat Mkomazi zo weinig bezocht wordt, voelt een safari hier als een stap terug in de tijd – naar een ongerept en haast vergeten Afrika.
Enduimet Conservancy
Aan de voet van de Kilimanjaro, vlak bij de grens met Kenia, ligt een bijzonder gebied: Enduimet Conservancy. Hier leeft het wild niet alleen in harmonie met de natuur, maar ook met de Maasai, een trotse nomadenstam die al eeuwen volgens hun eigen tradities leeft.
Tussen het groen en de acaciabomen vormen de felrode doeken en kleurrijke kralen van de Maasai een levendig contrast. In Kambi ya Tembo Camp word je gastvrij ontvangen in een rieten hutje met uitzicht over de uitgestrekte steppe. Je leert over het leven van de Maasai, hun verhalen, hun gebruiken – en terwijl je luistert, zie je in de verte giraffen, zebra’s of misschien wel een kudde olifanten voorbijtrekken. Natuur en cultuur vloeien hier moeiteloos in elkaar over. Tanzania op zijn puurste.
Nyerere National Park (voormalig Selous Game Reserve)
Een diversiteit aan landschappen vind je in Nyerere National Park – het noordelijke deel van het vroegere Selous Game Reserve. Van dorre grasvlaktes, struiken en woestijn tot groene moerassen, palmbomen en glinsterende meren: het voelt als een heel continent in één park. Door de vruchtbare gronden leven hier enorm veel dieren. Tijdens een jeep safari zie je giraffen, olifanten, nijlpaarden en antilopen samenkomen rondom het water.
Na een dag safari neem je plaats op de veranda van je lodge, terwijl de zon het landschap langzaam goud kleurt. Je bladert nog eens door de foto's van je gamedrive en hoort op de achtergrond de roep van een visarend.
Wat dit park extra bijzonder maakt: je kunt hier ook op bootsafari. Vanaf het water zie je krokodillen zonnebaden op de oever en nijlpaarden in het water dobberen. Wil je het nóg spannender maken? Ga dan te voet het park in, samen met een gewapende ranger. De geluiden van het struikgewas, het ritselen van hoorns, het zicht op verse sporen – dit is safari op z’n rauwst.
Geïnspireerd of op Tanzania reis?
Droom je al weg bij de gedachte aan een safari in Tanzania?
Laat je verder inspireren door onze voorbeeld Tanzania rondreizen of stel je eigen Tanzania rondreis samen met hulp van onze local Hero Marion. Zij woont met haar gezin in Tanzania, kent de natuurparken als haar broekzak en deelt met liefde haar persoonlijke tips. Zo wordt jouw safari niet alleen bijzonder, maar echt onvergetelijk.