Naar dé highlight van Peru op een relaxte manier. Eerst verken je de lokale indianenmarkten in Pisac en de verschillende Incaruines in de Sacred Valley. Je slaapt twee nachten in een kleinschalig hotel in het centrum van Ollantaytambo (Ollanta). Loop ‘s ochtends vanuit je hotel naar het oude Incafort. Dan per trein naar Aquas Calientes, een toeristendorp en de toegangspoort tot Machu Picchu. Je moet even zoeken maar de locals zijn er wel ;) 

Vroeg op vanmorgen (de 1e of 2e bus is het best) zodat je alle tijd hebt om dit Inca complex te bekijken. Met gids, want met zijn verhalen (de échte historie is een mysterie) komen de ruïnes tot leven. Daarna zelf ronddwalen voor selfie met een fotogenieke lama.

Dé Incatrail lopen? Boek zéker 5 maanden tevoren. Het maximum aantal deelnemers per dag is 200. De hele trail van 4 dg /3 nt, kost ca. €1020,- p.p. als geboekt in combinatie met andere reisonderdelen.

De lijnbus uit Lima brengt je in ca. 4 uur naar Paracas, een klein badplaatsje/vissersdorp. Van hieruit nog een uurtje per boot naar de Ballestas eilanden, een paradijs voor leguanen, pelikanen & pinguïns. De zeehonden kolonie hoor je al van verre aan hun luide geblaf!

Na je boottrip tijd om te relaxen in je posada. ’s Avonds zijn de visrestaurantjes aan de boulevard een aanrader (mjammie: ceviche!) De dag erop stap je in Paracas op de transfer bus naar Ica. 

Sandboarden bied ik zelf niet meer aan, want er zijn geen regels of veiligheidscontroles. Avontuurlijk alternatief is met een buggy door de zandduinen crossen. Deze zit al voor je inbegrepen. Ja, daarna zit het zand óveral.

De meest populaire trip vanuit Arequipa is de Colca Canyon, de kleine uitgave van de Grand Canyon. Wel is het wat lastiger om er te komen: onderweg passeer je niet alleen kale hoogvlaktes met lama’s en vicuñas maar ook een top van 4800 meter en ga je zeker naar adem happen.

Bij aankomst in Chivay is een plons in de warme hotsprings van La Calera echt genieten. Je slaapt in een sfeervolle lodge. Diner, wat doezelen bij de open haard en dan lekker onder de wol.

De dag erop vroeg weg want het luistert nauw: de condors laten zich pas zien als ze in de door de opkomende zon verwarmde lucht bijna moeiteloos kunnen opstijgen naar de canyon rand. Nog onder de indruk stap je weer in je busje naar Arequipa.

Tussen de ongenaakbare Andestoppen ligt het hoogst gelegen bevaarbare meer ter wereld. Net zo hoog als de top van de Mont Blanc, net zo groot als een kwart België en in de ijle lucht zó blauw dat je zonder zonnebril bijna niets ziet.

Dat is geen probleem voor de Uros en Aymara indianen die al eeuwen op de drijvende rieteilanden wonen. Het is even wennen hoe je erop loopt, we voelden ons bijna wat zeeziek.

Op het heuvelachtige Amantani slaap je bij een lokale familie. je verkent het eiland, bezoekt een schooltje en koopt een souvenir in de winkeltjes op het centrale marktplein. De dag erop vaar je naar Taquile, een vredig eilandje zonder wegen of elektra. Je wandelt langs de ruïnes door het groene landschap. Aan het eind van de dag vaar je bij ondergaande zon terug naar Puno.

Het is smokkelen, want dit is niet Peru maar het ruige hoogland van Bolivia. Veel reizigers koppelen Bolivia aan hun Peru reis en trotseren kilometers en kou voor een selfie bij het cactuseiland.  Afzien wordt het, want de afstanden zijn groot, maar je beloning is er naar: oneindig witte zoutvlaktes, waar de horizon bijna in verdrinkt.

Na een kijkje op het oude treinkerkhof op weg. Het landschap is bijzonder, maar de dieren die je onderweg ziet ook: flamingo’s, lama’s en vicuñas, maar ook de Andesvos en -konijn (vizcachas). De dag erop vroeg weg voor de Sol de Manana geiser, de Dali vallei en de Groene Lagune.

Je duikt in het warme mineraalwater en bezoekt de Rode Lagune. De laatste dag reis je over de zoutvlakte naar Isla Pescadores met zijn meters hoge cactussen en naar Cholchani, waar je ziet hoe zout gewonnen wordt.

Wil je wél de historie maar níet de drukte van Machu Picchu en zoek je een alternatief? Denk dan aan Kuélap: de duizenden jaren oude ruïnes van een versterkte pre-Colombiaanse citadel gelegen op 3000 m. tussen de Andes en de Amazone.

In dit ‘Noord Peru voor gevorderden’ kom je nauwelijks reizigers tegen. Tussen de schaapherders uit de dorpjes ben je zélf de bezienswaardigheid.

Route suggestie: dag 1 vlieg je vanuit Lima naar Jaen en reis je in ca 4 uur per bus naar het koloniale marktstadje Chachapoyas. Na een dagexcursie naar de Gocta waterval midden in de jungle bezoek je op dag 3 Kuélap. Per auto met chauffeur reis je door naar Leymebamba en via de veemarkt van Celendin naar de Inca stad Cajamarca. Van hieruit een dag voor de Cumbemayo vallei waarna je terugvliegt naar Lima. Lees voor meer informatie ook ons blog.

Inbegrepen: Inclusief transfer

Alternative Peru. Een cultural experience midden in de Andes. Ver van de massa leer je de locals en hun tradities kennen en ondersteun je de community. Je begint en eindigt in de provinciestad Huaraz. Alle vervoer, verblijf (eigen kamer) en lokale maaltijden zijn inbegrepen.

De activiteiten zijn onder voorbehoud, maar je lokale gids regelt doorgaans: een dag meewerken op het platteland (zaaien of oogst van quinoa, aardappelen, oyuca -soort mais- en het maken van pachamana in een klei-oven). Of een dag in de bouw: met steen, adobe en andere materialen. Net als de locals krijg je vieze handen, kauw je cocabladeren en drink je chica.

Andere mogelijkheden zijn een kookworkshop en een dagtrek naar de Radian lagune of naar de Aguak op 4560 m. met uitzicht over Huaraz en de bergen van Huascaran.

Even knipperen, zie je het nou goed? Voor je ligt een magisch Andes berglandschap in alle kleuren van de regenboog. Groen, roze, paars, grijs en gele strepen. Het is de Vinicunca Rainbow Mountain in Peru.

Je hebt er wat voor moeten doen. Allereerst vroeg op vanmorgen. Om 4 uur stond de transfer al voor je klaar bij je hotel in Cusco, die je in zo’n 3 uur naar het beginpunt van de hike naar dit bijzondere natuurfenomeen bracht. Onderweg typisch Peruaanse plaatjes. Grazende alpaca’s, blauwe bergmeren en locals die te paard het vee hoeden.

Hier op 5200 meter hoogte is het een stuk frisser. Al warm je snel op met de 2 uur durende hike naar het uitzichtpunt. Die 800 meter overbruggen lijkt weinig, maar is pittig. De Peruanen noemen deze berg “La Montaña Sagrada”, de “Heilige berg”. Nu je hier staat snap je dat wel!

Het kán: een strandvakantie in Peru. Op het noordelijkste puntje bij de grens met Ecuador ligt, direct aan de Stille Oceaan, Máncora. Met ca. 8000 inwoners en zijn hotels, bars, restaurants en winkeltjes is het een gezellige badplaats met als bonus een mooie zonsondergang.

Naast Máncora zijn de (surf)stranden in de omgeving de moeite waard. Ten noorden ligt Punta Sal: met zijn 6,5 km het langste strand van Peru. Populair vanwege het zachte zand. Of ga zuidwaarts naar Las Pocita: goud-wit zand en rotspoelen die bij eb fotogeniek aquamarijn kleuren. Even geen strand, bezoek dan het natuurgebied Los Pilares en soak in de warme bron in de Fernández vallei.

De beste reistijd is van jan. t/m apr. en vermijd de drukke decembermaand. Juni t/m sept. is koeler, maar ondanks de koude El Nino zeestroming zijn stranden en zeewater ook dan nog aangenaam. De zon schijnt hier trouwens meer dan 300 dagen per jaar.

Voor avontuurlijke outdoor liefhebbers een uitstekend alternatief voor de Inca Trail: de Santa Cruz trekking. Een meerdaagse hike door Huascaran National Park. Letterlijk en figuurlijk hoogtepunt is de Punta Union Pass op 4750 m. hoogte met een spectaculair uitzicht over de Peruviaanse Andes.

Boven de afgelegen Quecha dorpjes klapwieken roofvogels door de straalblauwe berglucht. Onderweg kom je langs besneeuwde bergpieken, vruchtbare valleien en diepblauwe bergmeren en verwonder je je over de bijzondere bergvegetatie.

De privé trekking is te doen in 4 dagen, maar is uit te breiden naar 7 dagen met een bezoek aan de Ulta riviervallei en highlights als Lake 69 en Alpamayo Base Camp. In de ruige Cordillera Blanca zijn ook andere bijzondere trekkingen te maken.